Zo. 5 nov.
14.30 uur

Das Rheingold

Optie B
La Monnaie/De Munt
©Simon Van Rompay

SOLD OUT

Over Das Rheingold

De Munt biedt deelnemers aan het congres plaatsen in categorie A, B of C voor twee voorstellingen : ofwel de vrijdagavondvoorstelling om 19 uur ofwel de zondagmiddagvoorstelling om 15 uur (zondagnamiddag met beperkt aantal plaatsen).
Congresdeelnemers maken gebruik van een prioriteit tot 23 mei 2023. Plaatsen worden toegewezen in de volgorde van aankomst van bestellingen.

Das Rheingold

Musikale leiding : Alain Altinoglu
Regië : Roméo Castellucci

Kaartjesprijzen
Category A : €152
Category B : €134
Category C : €120
Duur  : 2 uur 40

Download het zitplan

Zomer 1876: een nieuw en beslissend hoofdstuk in de geschiedenis van de opera vangt aan. De première van Richard Wagners vierdelige Der Ring des Nibelungen in het speciaal daartoe gebouwde Festspielhaus van Bayreuth was een esthetische, filosofische en bovenal artistieke revolutie. Tijdens dit Bühnenfestspiel – bestaande uit Das Rheingold, Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung – bracht Richard Wagner zijn nieuwe beginselen voor de operakunst in de praktijk.

Het opvoeren van de Ring plaatst elk modern operahuis voor een uitdaging. De Munt maakt zich voor het eerst sinds de jaren tachtig op om die aan te gaan, onder impuls van twee boegbeelden van haar artistieke familie die voor het eerst de krachten zullen bundelen: dirigent Alain Altinoglu en regisseur Romeo Castellucci. Voor elk van hen is dit de eerste confrontatie met dit monument – verspreid over twee seizoenen.

 WERK

Als Vorabend is Das Rheingold zowel een muzikale als narratieve proloog tot de rest van Wagners tetralogie. Zowel het aanzwellende Rijnmotief aan het begin van het drama als de opeenvolgende taferelen zetten de toon voor de drie muziekdrama’s die volgen. Das Rheingold vertelt het verhaal van het goud in het donkere water van de Rijn, dat via verschillende bezitters (de dwerg Alberich, oppergod Wotan en de reuzenbroers Fasolt en Fafner) een vloek over de wereld brengt. Zowel voor Das Rheingold als de drie daaropvolgende drama’s putte Wagner uit de Noordse (Germaanse en Scandinavische) mythologie en het Duitse Nibelungenlied in totaal vierendertig personages, die samen vertellen over de ontaarding van de wereld door het afzweren van de liefde ter verwerving van de macht.

Wat het libretto betreft schreef Wagner zijn Ring in omgekeerde volgorde. Hoewel Das Rheingold dus het eerste drama van vier is, schreef Wagner het libretto voor dit werk als laatste in de rij, terwijl hij er als eerste muziek voor componeerde. Das Rheingold was dus ook het eerste dramatische werk waarop Wagner de theoretische principes die hij poneerde in zijn Oper und Drama (1851) kon toepassen. Volgens velen is dit bovendien het werk waarin hij deze principes het meest rigoureus toepaste.

Wagner verkoos de term muziekdrama boven opera, een begrip dat in zijn ogen verwees naar een genre waarin de muziek het doel van de expressie was geworden, precies ten koste van het drama. Bij hem worden alle kunstvormen – muziek, theater en poëzie – bijeengebracht om samen het drama te creëren. In Wagners libretti voor de Ring krijgen de woorden een fundamentele rol, zowel in de theatrale als de muzikale expressie. Om een eenheid te bekomen in de taal van deze kolossale partituur, maakte Wagner een einde aan het overwicht van de zangers en de stem. Spontane, vocale expressie is bovendien verstoken van melodie, en staat volledig in dienst van het woord. Het orkest heeft daarbij een beslissende rol: die van verteller, die de Grieken hadden voorbehouden aan het antieke koor.

Romeo Castellucci benadert Wagners Ring niet als een unitaire structuur: elk deel krijgt zijn eigen esthetische vorm die de kern van het drama blootlegt. Zijn uitgezuiverde en symbolische lezing van Das Rheingold kleedt het werk dan ook uit tot op de essentie van natuurelementen en abstractie, die elke toeschouwer uitnodigen om zich een eigen interpretatie te vormen. Daarbij behandelt Romeo Castellucci elke protagonist met dezelfde aandacht en zonder ironie, en benadrukt hij de grote aspiraties, emoties en gedachten die zijn personages bezielen: de absolute liefde en de verovering van de macht.

ARTISTIEK TEAM

Muziekdirecteur Alain Altinoglu kent het oeuvre van Wagner goed: wij herinneren ons zijn opmerkelijke interpretaties in onze schouwburg van Lohengrin (2018), Tristan und Isolde (2019) en de concertante uitvoering van Parsifal (2022). In 2015 was hij, ter gelegenheid van een reeks uitvoeringen van Lohengrin, de eerste Franse dirigent na Pierre Boulez die in Bayreuth dirigeerde. Door zich met het Symfonieorkest van de Munt in het hart van Wagners magnum opus te wagen, markeert Altinoglu een nieuwe beslissende fase in het muzikale en artistieke parcours dat hij met zijn musici in 2016 startte.

Totaalkunstenaar Romeo Castellucci, die zowel de regie en het decor als de kostuums en de belichting voor zijn rekening zal nemen, is een meer dan bekend gezicht in de Munt. Zo maakte hij hier zijn operadebuut met Parsifal, en liet hij een grote indruk na met Orphée et Eurydice (Gluck), Die Zauberflöte (Mozart), Jeanne d’arc au bûcher (Honegger) en Requiem (Mozart).

Castellucci krijgt het gezelschap van dramaturg Christian Longchamp, scenografe Paola Villani, kostuumontwerpster Theresa Wilson en artistiek medewerker Maxi Menja Lehmann.

De cast wordt gevuld met namen die zich al jaren focussen op het Wagnerrepertoire, en bovendien al eerder te zien waren in Muntproducties. De bas-bariton Gábor Bretz, die met zijn vertolking van Wotan zijn roldebuut maakt, was zo al te zien in Castellucci’s Die Zauberflöte in 2018 als Sarastro. Bovendien soleerde hij hier ook al in een Wagneropera als Heinrich der Vogler in Lohengrin. In die productie zagen we ook Andrew Foster-Williams, die een jaar later het podium van de Munt betrad voor zijn roldebuut als Kurwenal in Tristan und Isolde (Wagner). Hij zal nu de rol van Donner neerzetten.

De tenor Julian Hubbard, Froh van dienst, is al meer dan tien jaar kind aan huis bij de Munt en was vorig seizoen nog op bezoek om de titelrol in de concertante uitvoering van Wagners Parsifal te zingen. Dit seizoen maakt hij zijn opwachting om voor de tweede keer Peter Quint in The Turn of the Screw (Britten) te vertolken. Nicky Spence, die te zien zal zijn als Loge, maakte tien jaar geleden zijn huis- en roldebuut bij de Munt als Steva Burya in Jenůfa (Janácek), en was nadien ook te zien in Het sprookje van tsaar Saltan (Rimski-Korsakov). Bovendien vertolkte hij in het seizoen 2022-23 de titelrol van Nos (Sjostakovitsj).

De godenvrouwen Fricka en Freia worden respectievelijk vertolkt door contra-alt Marie-Nicole Lemieux en sopraan Anett Fritsch, die haar Muntdebuut maakte als Fiordiligi in Così fan tutte (Mozart). Lemieux verleende haar medewerking al aan talloze Muntproducties, zoals Un ballo in maschera (Verdi), OEdipe (2011) en Pelléas et Mélisande (Debussy). Verder verwelkomen we Nora Gubisch als Erda, nadat ze in Tristan und Isolde ook al te zien was als Brangäne, en Scott Hendricks zingt Alberich. Sinds zijn zijn rol- en huisdebuut in de titelrol van Macbeth (2010) maakte de Amerikaanse bariton al vaak zijn opwachting in de Munt, laatst nog in Nos (Sjostakovitsj).

Naast Peter Hoare als Mime zien we ook Ante Jerkunica terugkeren naar de Munt, niet alleen als de titelrol in Het sprookje van tsaar Saltan (Rimski-Korsakov), maar ook als Fasolt. Zijn broer Fafner wordt dan weer vertolkt door Wilhelm Schwinghammer die in 2020 reeds zijn opwachting had moeten maken als Gurnemanz in de toen door covid verplaatste Parsifal (Wagner). Sopraan Eleonore Marguerre, die in 2017 en 2018 al in de Munt te zien was in Foxie! Het sluwe vosje (Janácek) en Frankenstein (Grey), vertolkt de rol van Woglinde naast mezzosopraan Jelena Kordic, die met haar opgedane Wagnerervaring in het Nationaltheater Mannheim (Die Walküre en Götterdämmerung) haar huisdebuut maakt in de Munt als Wellgunde. De rol van Flosshilde is dan weer weggelegd voor Christel Loetzsch, die in 2019 al te zien was in Macbeth Underworld (Pascal Dusapin)

Terug naar het volledige programma